
“Bij papa mag het wel!”: zo overleef je concurrentie in co-ouderschap
Je hebt het net gezellig gemaakt. Kaarsjes aan, kop thee, je voelt je zowaar even een moeder die alles onder controle heeft. En dan komt ‘ie: “Bij papa mag het wel!” Alsof je niet al genoeg twijfelt aan je opvoedskills, krijg je er nu ook nog een parallel universum bij waarin je kind een nieuw wapen heeft: zeggen dat alles bij de andere ouder wel mag. Of, nog erger, dat hij bij de ander gaat wonen als hij niet nog drie uur mag gamen. Hoe deal je hiermee?
Welkom in de wondere wereld van opvoeden na een scheiding. Of ze het nu werkelijk menen of niet (meestal niet), het kan ontzettend frustrerend en zelfs pijnlijk zijn als je kind dit soort teksten gaat roepen. Hoe ga je hiermee om zonder te vervallen in een competitieve ‘Wie is de leukste ouder?’-strijd?
Waarom doen kinderen dit? (En nee, het is geen samenzwering)
Kinderen zijn geen kleine manipulatieve genieën met een verborgen agenda om co-ouders uit elkaar te spelen (al lijkt het soms zo). Er zijn een paar psychologische redenen waarom ze dit gedrag kunnen vertonen:
- Zoeken naar controle: een scheiding is voor kinderen een grote verandering waar ze geen invloed op hebben. Door uit te testen wat mag bij wie, proberen ze grip te krijgen op hun nieuwe realiteit.
- Loyaliteitsconflict: ze houden van jullie allebei. En als ze bij de ene ouder iets mogen wat bij de ander niet mag, voelt het oneerlijk. Hun oplossing? Het benoemen, vaak met een extra dramatisch effect.
- Onderhandelen als een pro: kinderen zijn evolutionair geprogrammeerd om de beste deal voor zichzelf te regelen. Als er een kans is op méér schermtijd of nóg een koekje door papa en mama subtiel tegen elkaar uit te spelen, why not?
Hoe blijf je hier als co-ouder zen onder?
- Wees geen ‘opvoedconcurrent’
Ja, het kan verleidelijk zijn om ook pannenkoeken als ontbijt in te voeren, gewoon om niet de strengste ouder te zijn. Maar eerlijk? Kinderen hebben geen behoefte aan een ‘leukere’ ouder, ze hebben behoefte aan consequente ouders. Dus blijf trouw aan je opvoedprincipes, ook als dat betekent dat je niet altijd applaus krijgt. - Samen basisregels afspreken (maar geen militaire operatie van maken)
Je hoeft niet exact dezelfde opvoedstijl te hebben, maar het helpt als er een paar basisregels overeenkomen. Denk aan bedtijden, schermtijd, huiswerk… Zo voorkom je dat je kind jouw huis als het strenge internaat ziet en het huis van je ex als Disneyland. - Laat je niet chanteren
‘Ik ga bij papa wonen!’ kan hard binnenkomen, maar onthoud: het is meestal geen serieuze emigratieaanvraag. Het is een kinderlijke manier om te zeggen: ‘Ik ben boos op jou en ik weet even niet hoe ik hiermee om moet gaan.’ Dus adem in, adem uit en reageer rustig: ‘Ik snap dat je boos bent, maar ik blijf gewoon een ouder die nee zegt als dat beter voor je is.’ - Gun je ex een andere aanpak
Misschien heeft je ex een lossere opvoedstijl. Misschien maakt hij of zij juist autoritaire huisregels waar jij je wenkbrauwen van optrekt. Maar tenzij het écht schadelijk is, laat het los. Kinderen kunnen prima omgaan met verschillende opvoedstijlen, zolang ze zich veilig en geliefd voelen. - Herinner jezelf eraan: je kind test jou omdat hij zich veilig voelt
Klinkt tegenstrijdig, maar waar: als je kind je onder druk zet met ‘Bij papa mag het wél!’, betekent het dat jij zijn veilige basis bent. Bij jou durft hij emoties en frustraties te uiten. Gefeliciteerd, dat is een soort opvoedkundige eremedaille.
Is je kind al wat ouder en blijkt dat het verhuisdreigement toch wat serieuzer is dan je dacht? Lees dan hier verder.

